Hoe Finland zijn bossen waardevol maakt

Het Finse landschap bestaat voor 75 procent uit bomen. Dit bos werd vooral gekapt en omgezet in landbouwgrond totdat ze de economische waarde ervan inzagen, vertelt Lauri Sikanen, onderzoeker bij het instituut voor natuurlijke bronnen. ‘Toen de bewoners zich ongeveer 100 jaar geleden realiseerden dat het bos gebruikt kon worden om brandhout te produceren en hout, was de economische interesse groot.’ Inmiddels groeit het bos door een combinatie van technologie, beleid, eigenaarschap en een sterke bosbouwcultuur. Veel Finnen zijn voor hun inkomen afhankelijk zijn van hout.

Digitale revolutie in het bos

Een van de pijlers van de Finse bosstrategie is digitalisering. Dat gaat veel verder dan simpelweg het bijhouden van hoeveel bos er is. Het beslaat het hele traject van metingen op landschapsniveau tot het snijden van hout op maat voor de klant. ‘Een voorbeeld is de cut-to-length-methode,’ legt een medewerker van het internationale bedrijf John Deere uit. ‘Als we bomen oogsten, kan de boom 20 meter hoog zijn. Onze machines zijn al afgestemd op de behoeften van eindgebruikers. Ze snijden de stammen in segmenten van bijvoorbeeld 4, 8 of 12 meter, precies zoals klanten dat vragen.’
Dat gebeurt niet op goed geluk: oogstmachines zijn direct verbonden met databases waarin klantbehoeften opgeslagen zijn. Op het moment dat een boom wordt gekapt, weet de machine al wat de optimale lengte is voor de bestemming van het hout. Hierdoor wordt elk onderdeel van de boom nuttig ingezet, een goed voorbeeld van resource-efficiëntie.
Ook de monitoring van bossen verloopt steeds meer via satellieten en drones. Op Europees niveau wordt gewerkt aan wetgeving die teledetectie combineert met nationale data om beter inzicht te krijgen in hoeveel bos er is, hoe het wordt beheerd en in welke staat het verkeert. Maar dat loopt nog stroef. ‘Op dit moment hebben we deze informatie niet op Europees niveau. Alleen op nationaal niveau. Dat is best lastig als je goede beleidskeuzes wilt maken,’ legt Sikanen uit.

Particuliere boseigenaars

Meer dan 600.000 particulieren in Finland zijn boseigenaren, vaak betreft dit families die het beheer al generaties lang doorgeven. Hun betrokkenheid is essentieel voor duurzaam bosbeheer. Maar die betrokkenheid staat onder druk. ‘De populatie boseigenaren wordt steeds ouder,’ zegt Tossavainen. ‘Niet alleen in Finland, ook in andere landen zie je dat het vooral oudere mensen zijn die nog voor het bos zorgen. Het is lastig om jonge mensen te overtuigen om in de bosbouwsector te werken.’
Daarbij helpt het imago van de sector niet mee. Ondanks modernisering en automatisering – waarbij zware kettingzagen zijn vervangen door high-tech cabines met joysticks – wordt bosbouw nog vaak geassocieerd met zwaar fysiek werk. En dat terwijl de sector juist aantrekkelijker wordt, mede door technologie en de groeiende vraag naar duurzame materialen. Ik ben zelf boseigenaar,’ vertelt Sikanen. ‘Ik heb 30 hectare bos. En als ik bomen verkoop aan de industrie, ontvang ik een deel van de waarde. Dat is heel normaal hier. Zo’n 300.000 Finse families hebben bos, velen leven er deels van.’ Deze decentrale structuur stimuleert zorg en behoud: als het bos inkomen oplevert, is er ook belang bij goed beheer. Dit in tegenstelling tot landen waar bossen voornamelijk in handen zijn van grote bedrijven of de staat.

European Forest Institute: wetenschappelijke brug tussen bos en beleid

Het European Forest Institute (EFI) is gevestigd in Finland en is een internationale organisatie die zich toelegt op onafhankelijk onderzoek naar bossen en hun rol in een duurzame samenleving. De instelling is opgericht op basis van een verdrag tussen dertien Europese landen en fungeert als kennisplatform op het snijvlak van wetenschap, beleid en praktijk. Als meer landen zuiniger omspringen met hun bossen, is dat beter voor de wereldwijde luchtkwaliteit. Bossen nemen CO2 op en stoten zuurstof uit. ‘Wij produceren niet alleen wetenschappelijke inzichten, maar vertalen deze ook naar toegankelijke informatie voor beleidsmakers en andere besluitvormers,’ zegt directeur Robert Mavsar. Zijn EFI richt zich op drie hoofdthema’s: duurzaam bosbeheer, de ontwikkeling van een bio-gebaseerde en circulaire economie, en bosbeleid binnen Europa.
EFI benadrukt dat bossen een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan klimaatmitigatie en duurzame economische ontwikkeling, maar waarschuwt tegelijk ook voor overschatting van hun capaciteit. ‘Bossen kunnen slechts een deel van de Europese uitstoot compenseren. Duurzame transities vragen ook om gedragsverandering in andere sectoren.’ EFI werkt samen met meer dan 130 partnerinstellingen, waaronder universiteiten, onderzoekscentra en overheden en is actief in circa 25 landen. Met vestigingen in onder andere Bonn, Barcelona en Kuala Lumpur draagt het instituut bij aan internationale beleidsprocessen en kennisuitwisseling. Daarnaast ondersteunt het de implementatie van Europese regelgeving, zoals de recent ingevoerde verordening tegen ontbossing bij importproducten. Via rapporten, beleidsadvies, evenementen en digitale middelen verspreidt EFI wetenschappelijke kennis met het oog op praktische toepassing. ‘Wij nemen zelf geen besluiten,’ benadrukt Mavsar. ‘Maar we leveren de informatie die nodig is om goed geïnformeerde keuzes te kunnen maken.’

Foto’s: Shutterstock (abonnement)

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.