Fatima werd het slachtoffer van loverboys
Nog steeds worden meisjes en vrouwen het slachtoffer van loverboys; jongens en mannen die eerst een relatie aanknopen en ze vervolgens tot prostitutie dwingen. Met de komst van sociale media is een foto in een compromitterende positie genoeg om een meisje te dwingen.
Fatima (43) werd als meisje slachtoffer van loverboys: “Mijn lichaam is nooit een tempel geweest, zoals dat in de bijbel en de koran staat. Seks stond voor mij als kind al gelijk aan liefde. ‘Vrienden’ van mijn vader en andere jongens gaven me aandacht en zaten ondertussen aan mij. Het was een zoete inval bij ons en daar maakten mannen en jongens gebruik van. Dat begon toen ik ongeveer vier jaar was. Op mijn dertiende werd ik voor de eerste keer verkracht. Ik had verkering en ik was smoorverliefd. In mijn overtuiging dat seks liefde was, liet ik hem begaan. Maar toen hij mij zelfs verkrachtte toen ik ongesteld was, was de maat voor mij vol. Maar ik was toch smoorverliefd, hoe kon ik omgaan met die tegenstrijdigheid? Ik wilde hem en ik wilde hem niet. Die verdere keuze hoefde ik niet te maken, toen een vriendin mij meenam om haar vriend te ontmoeten, die net als ik van Marokkaanse komaf was. Dat vriendje zag zijn kans schoon, sloot ons op in zijn huis en bedreigde ons met een pistool. Wij konden geen kant op, totdat de balkondeur open was en wij van tweehoog naar beneden sprongen. Uiteindelijk spoorde hij ons op en zette ons achter het raam in Nijmegen.”
In mijn overtuiging dat dit liefde was, liet ik hem begaan
“Wij wisten niet eens wat we moesten doen en van ons verwacht werd! We sprongen op de bedden en trokken de gordijnen dicht, maar dat kwam ons duur te staan. We werden in elkaar geslagen en we moesten weer achter het raam. Ik kwam daarna in Haarlem terecht. Het lukte me wel om te ontsnappen, maar ik werd steeds weer gevonden! Dan begon het weer van voor af aan. Toen het me uiteindelijk lukte om te ontsnappen ging ik in Rotterdam wonen. Daar leerde ik een hele lieve jongen kennen, hij zei lieve dingen tegen me, hij vond me mooi en hij gaf me cadeautjes. Hij wilde ook met me trouwen, maar daar was geld voor nodig. Hij wist wel een manier waarop ik dat geld kon verdienen; achter het raam. Toen ik weigerde speelde hij in op mijn schuldgevoel, want hij had toch al die mooie dingen voor me gekocht? En hij wilde toch met me trouwen? Ik hield dan toch niet van hem, als ik dat niet eens wilde doen! Ik had hem blijkbaar alleen maar gebruikt. Dat zijn dingen die ze zeggen… Ik was weer zwaar verliefd en liet me ompraten. Ik kwam in Den Haag weer achter het raam terecht. Ik was ongeveer 17 jaar. Op een dag kwam een Marokkaanse man aan mijn raam staan en hij vroeg: ‘Meisje wat doe jij hier. Jij hoort hier niet thuis.’ Waarop ik zei: ‘Mijn vriend heeft me hier gebracht en ik mag niet weg van hem’. Hij vroeg toen of ik weg wilde en hij haalde me een uurtje later op! Zijn broer en schoonzus namen mij in huis en ontfermden zich over mij, zij zeiden ook ‘Jij hoort daar niet thuis’.”
Weer ingepalmd
Jij hoort daar niet thuis
“Een week later vertrok ik naar Utrecht, waar ik weer werd ingepalmd, met dezelfde mooie verhalen, cadeautjes en uit eten en ik kwam toen in Amsterdam terecht op de Wallen, waar het wel erg druk was. Ik wist eigenlijk niet goed wat ik aan het doen was, waarom was ik daar? Uiteindelijk lukte het me definitief te ontsnappen toen ik terugging naar mijn moeder in Dalfsen en daar een paar maanden ondergedoken bleef. Mijn familie wist niets van het werk dat ik deed. Ze vonden het wel fijn om mijn geld te gebruiken, ik had met dat werk best veel verdiend. Maar ze vroegen nooit waar ik al dat geld vandaan had, of ik een baantje had. De schaamte was voor mij ook te groot om het te vertellen. Ik kon dit mijn familie gewoon niet aandoen, maar tegelijk waren zij er ook niet voor mij. Toen ik na een paar maanden naar Rotterdam vertrok en weer in een café terechtkwam, leerde ik zakenmannen kennen. Met die ene kreeg ik een relatie, alleen had hij een gezin en kinderen. Hij was ook dertig jaar ouder. Ik moest hem loslaten en dat lukte door in Leiden te gaan wonen en een eigen café te hebben.”
De schaamte was te groot om het te vertellen
Obsessieve liefde
“Ik wist niet wat echte liefde was, dat had ik nooit van mijn ouders gehad. Ik had alleen maar met aandacht met daaropvolgend misbruik te maken gehad. Het was heel moeilijk voor mij om liefde, houden van te onderscheiden van misbruik. Ik was ook heel obsessief verliefd, zo verschrikkelijk erg dat ik dacht dat er geen leven was zonder deze mannen. Dat was ook waardoor ik zo gemakkelijk in hun val werd gelokt. Ik wilde alles wel voor ze doen, als ze mij hun ‘liefde’ maar niet afnamen. Het heeft me veel tijd en therapie gekost om daarvan los te komen. Ik had nog wel een vriendje, maar die bleek getrouwd te zijn. Dat was net een tegenslag te veel voor mij. Ik werd verschrikkelijk negatief, ook al had ik op dat moment een goede baan bij justitie waar ik me opgewerkt had tot hoofd van de administratie in twaalf jaar. Die baan maakte mij niet gelukkig en ik werd steeds negatiever. Ik kwam in de ziektewet terecht en na een paar niet passende therapeuten, kwam ik bij een psycholoog terecht. Met haar had ik wel een goede klik. Zij liet me naar binnen kijken en me voelen wat er aan de hand was. ‘Wat voel je en wat kun je hieraan doen? Heb jij ook iets gedaan waardoor het dit geworden is en kun je daar wat aan veranderen of kun je een volgende keer dingen anders aanpakken’. Dat bracht bij mij heel wat te weeg en in 2012 nam ik ontslag, want ook de baan bij justitie deed mij geen goed meer. Ik wilde dan liever geen baan. Voor mij was het belangrijker om iets maatschappelijks te doen en iets voor mijn medemens te doen. Dat was voor mij ook de tijd om me los te maken van mijn familie. Ik heb me altijd laten gebruiken, voor het geld. Ze wisten niet waar het vandaan kwam, maar het kwam hen goed uit dat ik genoeg had. Ze stonden altijd met smoesjes voor mijn deur ‘De deurwaarder komt beslag leggen, heb jij even tweeduizend gulden voor mij’ en daar zag ik niets van terug. Ze vroegen me ook nooit hoe ik aan al dat geld kwam…”
Het kostte me vijf jaar om mijn familie los te laten, om emotioneel los te komen. Toen was ik zover dat het mij niet meer raakte als ze vervelende opmerkingen maakten en mij de schuld probeerden te geven. Vervolgens was het zover dat ik mij liet omscholen tot life-coach. Ik organiseer ieder jaar een vrouwendag op 8 maart waar heel veel stands staan en waar vrouwen alle mogelijke hulp en ondersteuning kunnen vinden. In 2016 heb ik in mijn woonplaats het vrouwenzwemmen heringevoerd. Zo maak ik me sterk voor vrouwen en dan vooral de vrouwen met een buitenlandse afkomst. Het contact tussen hen en de hulpverlening verloopt enorm moeizaam, daar probeer ik bij te helpen. Ik werk ook als begeleider van vluchtelingen, dit zijn alleen maar jongens die erg veel moeite hebben met het op de rit krijgen van hun dagelijks leven. Bij bijna alle jongens is het me gelukt om hen naar school te krijgen, die laatsten lukken ook nog wel. Het is een zwaar proces geweest om van geen nee durven zeggen naar zelfacceptatie te komen, maar het was het waard. Ik maak nu een verschil, het werk dat ik doe doet ertoe!”
Namen en situaties zijn veranderd om Fatima te beschermen
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.