Explosieve vraag naar psychosociale hulphonden
De coronacrisis trekt een zware wissel op veel kinderen en jongeren. De GGZ meldde in december al dat er 30-60 procent meer aanmeldingen zijn dan voor de coronaperiode. Vooral suïcidepogingen en eetstoornissen zijn een probleem, meldt voorzitter Jacobine Geel. Ook bij Hulphond Nederland komen veel meer aanvragen binnen. “We kunnen de helft minder hulp bieden, maar er is wel een toename van 50 procent in de vraag”, stelt Rudolf Strickwold, directielid van Hulphond Nederland.
Het langdurig thuiszitten, het gebrek aan structuur en regelmaat en vooral het minder contact hebben met leeftijdsgenoten, breekt veel jongeren op. Marinda Koopmans van GGZ Noord-Holland Noord: “Structuren vallen weg en jongeren hebben meer stress. We zien een landelijke trend onder jongeren, ook onder jongeren met een eetstoornis. Stress en angst rondom besmetting met Covid-19 speelt wellicht ook mee.” Ook agressie komt veelvuldig voor door het ontbreken van perspectief.
In de eerste helft van 2020 kregen 356.000 jongeren hulp van jeugdzorg. In 2019 waren dit 443.000 (cijfers: CBS). Het Nederlands JeugdInstituut komt met schrikbarende cijfers dat iets meer dan 12 procent van de jongeren in groep 8 aangeeft dat ze gedragsproblemen hebben, jongens met 15 procent duidelijk meer dan meisjes (10 procent). Ouders die niet direct bij jeugdzorg terecht kunnen, zoeken verder en komen steeds vaker bij hulphonden terecht.
“We helpen nu zes- tot zevenhonderd kinderen en jongeren per jaar, maar dat gaan we snel opschalen”, vertelt Rudolf Strickwold, directielid van Hulphond Nederland. “Normaal kunnen we maximaal 900 kinderen per jaar helpen, maar door alle maatregelen was dat vorig jaar maar de helft. Ook dit jaar zullen we niet veel meer dan die 350 halen. Onze wachtlijst is wel met ongeveer 50 procent gestegen. Het aantal kinderen wat hulp nodig heeft verdubbeld, maar wij kunnen minder helpen.”
Ook CoHond ziet een flinke groei in de vraag. Margot Swart van Cohond: “Hulphonden kunnen hierin een prima rol spelen. Bij bijvoorbeeld agressieve kinderen en jongeren bouwen we de prikkels langzaam op. We focussen op de hond, maar het kind leert daardoor vaardigheden. Die laatste zitten al in hondentaal, je komt bedreigend over als je je groot maakt, net als bij mensen. Veel kinderen denken dat ze alleen maar boos kunnen worden. Daar gaan wij mee aan de slag. Door naar het gevoel te gaan ‘ik word boos’ komt de kans om er iets mee te doen. Ga je dan slaan of ga je een blokje om? Dat is grote winst.”
Een ander groot probleem is anorexia. Femke van Buren van Hond-Kat: “Jongeren met anorexia leren goed voor hun hond te zorgen en daarmee ook goed voor zichzelf. Ze worden zelf de trainer van hun hond, ze kunnen dus iets. En met de hond durven ze ook weer dingen te doen die ze alleen niet meer durven, zoals de straat opgaan. Ze verbinden zich snel met de hond en moeten dus ook veertig kilo gaan wegen als die hond dat weegt, want anders kunnen ze hem niet aan. Dat leggen we er niet dik op, maar ze voelen wel de noodzaak om beter voor zichzelf te zorgen.”
Voor kinderen met autisme is de hulphond al langer een goed hulpmiddel. De KNGF biedt de workshop PAWS aan voor ouders, dit staat voor Parents Autism Workshop & Support. Daarin leren ouders wat een hulphond voor hun kind kan betekenen. Een hond op zich kan al voor meer rust in een gezin zorgen. “Maar een hond is geen therapeut”, waarschuwt Swart van Co-Hond. “Schaf niet zomaar een hond aan met die verwachting, daar heb je hulp bij nodig.”
“Kinderen die het normaal gesproken wel redden, houden het nu niet meer vol door de corona”, ziet Strickwold van Hulphond Nederland. “De ergste gevallen helpen we door met ze naar buiten te gaan en daar op afstand te werken, met goedkeuring van de gemeente. Het gevoel van crisis neemt bij kinderen toe, hoe jong ze ook zijn.”
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.