`Terug naar ‘normaal’ gaan we niet meer´
Wat thuiswerken met ons doet
Door corona werkte half Nederland opeens thuis in de afgelopen anderhalf jaar. Bedrijven moesten snel innoveren en buiten hun comfortzone gaan. Hoe is dat bevallen en wat betekent dat voor de toekomst?
Als de coronacrisis iets heeft aangetoond, dan is het wel dat werknemers prima vanuit huis kunnen werken. In maart 2021 werkte 49 procent van de werknemers thuis, waarbij 35 procent uitsluitend thuis werkte. (bron: NEA-COVID-19 TNO) Uit onderzoek van het Centraal Plan Bureau (CPB) blijkt dat voor corona gemiddeld bijna vier uur per week werd thuisgewerkt, dat wordt naar verwachting acht uur als de crisis voorbij is. Dit geldt voor mannen en vrouwen, met dien verstande dat vrouwen al meer thuiswerkten. Voor sommige sectoren, zoals de overheid en fiscale diensten zal het thuiswerken met meer dan vijftig procent toenemen. (Bron: LISS panel).
Verwachtingen
Veel bedrijven die de boot afhielden wat thuiswerken betreft, hadden daarvoor het argument dat de productie daardoor omlaag zou gaan. “Maar het tegendeel bleek waar”, vertelt Martine Coun, organisatiekundige van de Open Universiteit (OU) die haar promotieonderzoek deed naar Het Nieuwe Werken en sinds de Corona-pandemie meewerkte aan het onderzoek naar de beleving van thuiswerken van de OU, Nyenrode Business Universiteit en Moneypenny BV. “De productiviteit ging omhoog, dat is algemeen gebleken, niet alleen uit ons onderzoek. Bijvoorbeeld in de accountantswereld, waar het wantrouwen enorm is, bleek dat de productiviteit zelfs omhoog ging. In de publieke sector waren mensen al gewend om deels thuis te werken, in de commerciële sector hadden managers moeite met het thuiswerken. Wij verwachtten dat de managers nu wel om zouden zijn wat thuiswerken betreft, maar helaas. Veel managers en CEO’s hebben de reflex om mensen weer naar kantoor te halen, zagen we vorige week al in een webinar.”
Voor lang niet alle werkzaamheden is het nodig dat het personeel naar de zaak komt. Voor veel bedrijven is het kantoor toch een statussymbool. Alleen blijken veel medewerkers zich thuis veel beter te kunnen concentreren en veel productiever te zijn, dat gaf 55 procent van de ruim 40.000 respondenten van het onderzoek We Werken Thuis door Center for People and Buildings (CfPB), Aestate/Ontrafelexperts, TU Delft en TU Eindhoven, aan. Deze thuiswerkers beoordelen de eigen productiviteit met gemiddeld een 7,7 tegenover een productiviteit van 6,7 op kantoor voor corona. Hoe tevredener werknemers zijn over thuiswerken, hoe hoger de productiviteit. Zeventig procent van de respondenten zegt dat thuiswerken de concentratie bevordert.
Hoe tevredener werknemers zijn over thuiswerken, hoe hoger de productiviteit
Hybride werken
Voor antropoloog Jitske Kramer is de coronaperiode een fascinerende tijd: “We moeten leren dat we ons moeten verhouden tot de risico’s, dat zijn we een beetje verleert. We denken dat wij de ‘master of the universe’ zijn, maar dat is niet zo. Ik geloof niet dat wij ,homo sapiens, nog dertig jaar in lockdowns gaan. We zullen uiteindelijk het gesprek hebben over waardes en hoe we met de aarde, de natuur omgaan. Als we geen zoölogische ziektes meer willen, dan moeten we anders met de dieren omgaan. Dan zijn er echt systemische veranderingen nodig waarbij we geen grote stallen meer hebben en geen dode dieren meer over de wereld slepen. Onze manieren van omgaan met tegenslagen moet wellicht anders. We kunnen geen crisisinterventies blijven plaatsen op iets wat blijvend is.”
De mens werkte van oudsher thuis, kantoren is iets wat bedacht is. Kramer: “Het is een cultureel bedenksel dat mensen van negen tot vijf op kantoor moeten zitten, vijf dagen per week. In dat ritme moest de rest van ons leven mee, maar dat staat nu op de tocht. Als je een 40-urig contract hebt, kunnen we afspreken wanneer we allemaal tegelijk op het werk zijn om overleggen te voeren en de rest kun je ’s nachts om drie uur of ’s morgen om tien uur of wanneer je wilt doen. Als het maar gebeurt. Dat kan niet voor alle beroepen, zoals hoveniers of verpleegkundigen, maar overal zijn er bepaalde taken die best thuis kunnen worden gedaan. We moeten kijken naar welke aannames er zijn gedaan die niet blijken te kloppen. Dan kun je per activiteit kijken waar die plaats moet vinden.”
Gesprek in het bos
Kramer: “Functioneringsgesprekken worden nu wel uit nood in het bos gevoerd . Ik loop in het ene bos, jij in een ander bos en mensen hebben daardoor gesprekken zoals ze nog nooit eerder gehad hebben. Wil je straks dan weer onder een systeemplafond met slechte koffie dat gesprek voeren? Waarom in Godsnaam? Als je het hybride werken wat oprekt dan gaat het niet meer om thuis of op kantoor, maar waar kunnen we de activiteiten doen en wat hebben we daarvoor nodig. Nieuwe huizen hebben een kantoorruimte nodig, overal zijn flexplekken nodig en natuurparken. Als we vaststellen wanneer we synchroon moeten werken en dat ook doen en de rest loslaten, heeft dat een enorme impact op alles. Dat is een verandering in de cultuur en in het van negen tot vijf werken. Ook kantoren moeten veranderen. Dat worden ontmoetingsplekken voor medewerkers, want contact willen we nog wel.”
Kantoren worden ontmoetingsplekken voor medewerkers
Niet terug naar kantoor
Uit het onderzoek van TNO blijkt dat een op de drie werknemers vooral weer naar kantoor terug wil als de maatregelen zijn opgeheven, een kwart wil grotendeels thuis blijven werken en de rest wil thuiswerken blijven combineren met werken op locatie. Alle werknemers willen het liefst gemiddeld 18 uur per week vanuit huis werken. Onderzoekster Karen Oude Hengel: “Het thuiswerken gaat gemiddeld genomen best goed, blijkt uit ons TNO onderzoek waarin we een groep werknemers gedurende een langere periode volgden. De werkdruk bleef gelijk, maar men vond het in maart wel lastiger om de concentratie vast te houden. Dat kan er ook aan liggen dat ze nu uren achter elkaar achter het beeldscherm werken wat ze op kantoor ook niet doen. Daar lopen ze eens naar het koffiezetapparaat, maken ze een praatje… Dit onderzoek richt zich op werknemers, dus we weten nog niet hoe de werkgevers aankijken tegen hybride werken in de toekomst.”
Op de website van Bloomberg vertellen werknemers dat ze met hun baan stoppen als ze niet thuis mogen werken. Werknemers hebben het nieuwe normaal van thuiswerken omarmt en botsen daarmee met de wens van werkgevers die ze weer op kantoor wil. Morning Consult deed in opdracht van Bloomberg News een onderzoek onder 1000 Amerikaanse volwassenen waaruit blijkt dat 39 procent overweegt om hun baan op te zeggen als ze niet meer op afstand kunnen werken. Saillant detail hierbij is dat het percentage onder millenials en Generatie Z bijna vijftig procent is. Dit onderzoek is in mei 2021 gedaan. Vooral de mindere reistijd (84%) en kostenbesparing (75%) zijn belangrijke punten, maar ook de angst voor besmetting (32%) en het niet bij de familie of huisdieren kunnen zijn (26%) is belangrijk. Toch nog 15 procent geeft aan zorg voor kinderen te hebben. In het artikel van Bloomberg wordt zelfs een 30-jarige Nederlander aan het woord gelaten die zijn baan opzegde toen hij niet meer thuis mocht werken.
Focus verleggen
De kantoortuin is verleden tijd. Dat was al langer duidelijk, maar nu is dat helemaal voorbij. “Bedrijven zijn soms te gefocust op bricks and bytes”, zegt Coun van de OU. “De fysieke werkplek lijkt belangrijker te zijn dan het welzijn van de medewerkers. Maar het nieuwe werken gaat over vrijheid hebben binnen bepaalde grenzen, het moet passen binnen de organisatie. Daar moet je het gesprek over aangaan. Mensen willen deel uit maken van een team, van een bedrijf, maar ook verbonden zijn met de doelstellingen van de organisatie. Daar ligt een rol voor leidinggevenden.”
Mensen willen deel uitmaken van een groep, een bedrijf
Mensen hebben behoefte aan sociale contacten, maar dat hoeft niet altijd face-to-face te zijn. Daar kun je als bedrijf op inspelen. Coun: “De informele aspecten missen in vergaderingen via Zoom en zo, er zijn geen toevallige ontmoetingen. Vooral organisatieadviseurs hebben hier last van. Maar als je focust op wat er mogelijk is en minder let op wat allemaal niet kan, verbetert dat. Geef leidinggevenden training om werknemers daarmee om te leren gaan. Het geld wat anders naar inrichting gaat, kun je ook in trainingen stoppen.”
Wantrouwen versus vertrouwen
“Veel organisaties zijn ingericht op massaproductie, daar zit een aspect van beheersen en controle in. Dat zit nog in het DNA van veel organisaties. Veel leidinggevenden hebben veel wantrouwen, als ze mensen niet zien zullen ze hun werk wel niet doen. Maar dat is niet waar gebleken. De werknemers van nu zijn niet meer dezelfde als die van toen de industrialisatie begon. Het zijn bijzondere tijden en ik hoop dat we de goede dingen vast kunnen houden. Dat kan door bijvoorbeeld het gesprek aan te gaan, het hoeft niet allemaal perfect te gaan. Als je mensen vertrouwen geeft, kunnen ze veel.”
Mensen zijn erg veerkrachtig
“Maar als je van wantrouwen uitgaat, krijg je dat ook terug. Mensen zijn erg veerkrachtig, dat is wel gebleken tijdens deze periode. Behandel werknemers daarom ook als volwassenen en stem je beleid hierop af. Breng verhalen naar buiten over hoe organisaties in hele korte tijd een enorme omschakeling hebben kunnen maken. Dat is een huzarenstukje geweest. Naar hybride werken is er weer een omschakeling nodig en dat kan, want dat is al gedaan. Alleen moet het nu voor de lange termijn en is het geen noodoplossing. Terug naar ‘normaal’ gaan we niet meer, ook al denken veel CEO’s van wel.”
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.